De fysiotherapeutische behandeling bij klachten door carpale instabiliteit is lang onderbelicht geweest. Het beleid bestaat vaak uit rust, vermijden van belastende activiteiten en generieke krachtopbouw. De afgelopen tien jaar zijn er nieuwe inzichten gekomen in de artrokinematica van de pols, en specifiek de rol van de spieren en de proprioceptieve functie van de ligamenten. Deze inzichten zijn vooral verkregen door kadaveronderzoek naar specifieke vormen van carpale instabiliteit: scapholunaire, lunatotriquetrale en midcarpale instabiliteit. Deze informatie geeft de fysiotherapeut de mogelijkheid het onderzoek en de behandeling specifieker uit te voeren. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van deze inzichten op het oefenprogramma voor deze specifieke vormen van carpale instabiliteit is nog niet voldoende uitgevoerd, maar de eerste gepubliceerde onderzoeksresultaten geven reden tot vertrouwen. In dit artikel worden de fundamenten van carpale instabiliteit uitgelegd en worden handvatten gegeven voor het lichamelijk onderzoek, klinisch redeneren en voor oefeningen die een aanvulling kunnen zijn op de behandeling van patiënten met klachten bij specifieke vormen van carpale instabiliteit.
Auteurs | Ravensberg, E.B. vam |
---|---|
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 september 2022 |
Editie | Physios - Jaargang 0 - editie special - Hand en pols |
Na het bestuderen van dit artikel:
Er zitten geen programma's in het winkelmandje