Hand- en polsblessures zijn elk jaar weer de duurste letsels. De handtherapie heeft in de loop van de jaren aangetoond dat samenwerking meerwaarde heeft, voor zowel de behandelaars als de patiënt, en dat structureel samenwerken door meerdere beroepsgroepen te realiseren is. Na veel orthopedische ingrepen is het gebruikelijk om een periode van enkele dagen tot weken te immobiliseren. Bij ingrepen aan de hand is het gevaar van irreversibele verstijving en contracturen reëel en is een actievere aanpak noodzakelijk. De input van de therapeut is vaak een onmisbaar onderdeel van de behandeling met als adagium: snel maar gedoseerd bewegen. Voordat bij een hand-of polsletsel tot operatie wordt overgegaan zou idealiter eerst een niet-chirurgisch traject moeten worden doorlopen, een vorm van ‘stepped care’. Therapeuten spelen daarbij een belangrijke rol om te bespreken wat de patiënt precies vraagt en wil met zijn hand- of polsprobleem; de zorgvraag van de patiënt.
Auteurs | Schreuders, T.A.R. |
---|---|
Thema | Inleiding |
Publicatie | 1 september 2022 |
Editie | Physios - Jaargang 0 - editie special - Hand en pols |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje