Bij patiënten met COPD komen comorbiditeiten veel voor, maar de huidige fysiotherapierichtlijnen omvatten geen gerichte acties die gerelateerd zijn aan comorbide condities. Comorbiditeit kan aanpassingen van de interventiestrategieën vergen, wanneer een comorbiditeit (bijvoorbeeld diabetes mellitus type 2) de behandelresultaten van de indexziekte COPD negatief beïnvloedt of wanneer de behandeling voor één ziekte (zoals cardiopulmonaire duurtraining voor COPD) de behandeling of het natuurlijk beloop van een andere ziekte (bijvoorbeeld ernstige knieartrose) negatief beïnvloedt. In dit artikel illustreren twee uiteenlopende casestudies de mogelijke consequenties van COPD (indexziekte) en comorbiditeit voor het fysiotherapeutisch-methodisch handelen in een eerstelijnssetting. De twee casestudies worden uitgebreid geanalyseerd en in het licht van het fysiotherapeutisch-methodisch handelen (aan de hand van het HOAC-model) uitgewerkt tot concrete aanbevelingen. Er wordt onder andere geconcludeerd dat fysiotherapeuten hun vaardigheden en kennis van zeer prevalente combinaties van comorbiditeiten moeten verbeteren, maar ook dat huisartsen en longartsen de informatie kunnen verbeteren bij verwijzing van een patiënt naar de fysiotherapeut.
Auteurs | Beekman, E. |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Publicatie | 12 juni 2017 |
Editie | Physios - Jaargang 9 - editie 2 - Editie 2, 2017 |
Na het bestuderen van dit artikel:
Er zitten geen programma's in het winkelmandje