Het plaatsen van een totale knieprothese (TKP) is een veelvoorkomende orthopedische operatie waarbij de fysiotherapeut een belangrijk aandeel heeft in de nabehandeling. De range of motion (ROM) en de spierfunctie bepalen voor een groot deel de kwaliteit van bewegen. Bij het merendeel van de patiënten met een TKP zijn de pijn en fysieke functie postoperatief duidelijk verbeterd en zijn er vaak weer activiteiten mogelijk die dat voor de operatie niet waren. Helaas verloopt de revalidatie bij een TKP niet altijd zonder problemen. Een van de complicaties is artrofibrose, hetgeen mogelijk kan leiden tot permanent verlies van de ROM. Dit artikel geeft een overzicht van de fysiotherapeutische nabehandeling bij een TKP. De focus ligt daarbij op het postoperatieve herstel van de ROM.
Auteurs | Baars, A.M.J. |
---|---|
Thema | In de praktijk |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 september 2010 |
Editie | Physios - Jaargang 2 - editie 3 - Editie 3, 2010 |
Na het bestuderen van dit artikel:
• weet u wat de invloed is van de diverse typen knieprothesen op de nabehandeling;
• kent u de kernpunten van de fysiotherapeutische behandeling bij patiënten met een TKP;
• weet u wat het behandelbeleid is bij artrofibrose;
• kunt u oefeningen instrueren die gericht zijn op het herstellen van de ROM van de knie;
• weet u op welk activiteitenniveau patiënten met een TKP kunnen functioneren.
Er zitten geen programma's in het winkelmandje