Fysiotherapie bij SAPS-patiënten met een calcificerende tendinopathie (VI)

  • 00Inleiding
  • 01CT in richtlijnen
  • 02Lokale pathofysiologische processen
  • 03Prevalentie
  • 04Symptomen, diagnose en beloop
  • 05Behandeling
  • 06Conclusie
  • 07Reacties (0)

Samenvatting

Fysiotherapeuten in de eerste lijn worden vaak geconsulteerd door patiënten met schouderpijn. Bij twee van de drie schouderpijnpatiënten wordt de containerdiagnose ‘subacromiaal pijnsyndroom’ (SAPS) gesteld. Hierbij is een tendinopathie van de rotator cuff de bron van nocisensoriek en de oorzaak van verminderd functioneren. Vandaar dat ook wel gesproken wordt over een ‘rotator cuff related shoulder pain’ (RCRSP). Dit opiniërende overzichtsartikel gaat over het belang van een specifieke vorm van RCRSP: de calcificerende tendinopathie (CT). Hiervan worden de lokale pathofysiologische veranderingen, de prevalentie en typische kenmerken van beloop en diagnostiek beschreven. De eerstekeusbehandeling is een conservatief beleid. De laatste decennia zijn ook intensieve non-invasieve (shockwave) en intensieve minimaal-invasieve (‘barbotage’) behandelopties ontwikkeld. Gezamenlijk leiden deze therapeutische opties tot voldoende tevredenheid bij 95 procent van de CT-patiënten. In het artikel wordt een stroomschema gegeven dat de clinicus helpt bij het bepalen van een optimaal beleid.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Koel, G.
Louwerens, J.K.G.
Niemeijer-Blokvoort, J.
Thema In de praktijk
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 13 december 2022
Editie Physios - Jaargang 14 - editie 4 - Editie 4, 2022

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u dat een calcificerende tendinopathie (CT) een aparte aandoening is binnen het subacromiaal pijnsyndroom (SAPS);
  • weet u dat CT te beschouwen is als een risicofactor op aanhoudende schouderpijn;
  • kunt u een aantal lokale pathologische veranderingen bij CT benoemen;
  • kunt u kenmerken benoemen van SAPS-patiënten met CT-klachten;
  • kent u de CT-klasseringen die in de beeldvormende technieken gebruikt worden;
  • kunt u verschillende best practices voor oefentherapie bij CT-patiënten benoemen;
  • beseft u dat fysiotherapie bij CT gericht is op het verbeteren van disfuncties (en niet op het verminderen van calciumdeposities).

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje