Het gebruik van koudeapplicaties (ijs) in de acute fase bij musculair letsel is een algemeen geaccepteerde behandelmethode. Er bestaat echter een kloof tussen theorie en praktijk. De wetenschappelijke onderbouwing van het nut van koudeapplicaties bij musculaire letsels is mager. In dit artikel wordt eerst een aantal begrippen behandeld, waarna dieper wordt ingegaan op het verklaringsmodel voor het veronderstelde positieve effect op het herstel van spierweefsel. Door een ander perspectief te nemen en eens goed te kijken naar de aannames blijkt dat er voor een optimale behandeling met koude vier parameters zorgvuldig op elkaar afgestemd moet worden. De vraag is of dit in de praktijk wel mogelijk is.
Auteurs | Prins, J.C.M. |
---|---|
Thema | EBM |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 16 september 2011 |
Editie | Physios - Jaargang 3 - editie 3 - Editie 3, 2011 |
Na het lezen van dit artikel:
• hebt u een overzicht van de wetenschappelijke literatuur over koudetherapie bij spierletsels;
• kent u het verloop van primaire en secundaire weefselschade na een trauma;
• weet u wat de verschillende eigenschappen van koudeapplicatie zijn;
• weet u wat de effecten zijn van een ijsapplicatie op weefselherstel;
• kunt u de voor- en nadelen van koudetherapie tegen elkaar afwegen.
Er zitten geen programma's in het winkelmandje