Fysiotherapeuten komen in hun praktijk veelvuldig in aanraking met patiënten met pijn en functiebeperkingen. Het begrijpen van de precieze relatie tussen pijn en bewegen is voor hen dan ook belangrijk om verantwoorde en onderbouwde therapeutische keuzes te kunnen maken. De pain-motor-theorie stelt hen daartoe in staat. Momenteel wordt er veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar de complexe neurofysiologische aspecten van de relatie tussen pijn en bewegen. Zowel perifere, spinale als centrale processen blijken hierin een rol te spelen. Dit artikel beoogt een overzicht te geven over de algemene uitkomsten van dit type onderzoek en deze te bespreken binnen een overzichtelijk en klinisch bruikbaar theoretisch kader. Zowel de theoretische kenmerken van de pain-motor-theorie als de klinische implicaties van deze theorie worden besproken.
Auteurs |
Voogt, L.
Struyf, F.L.S. Nijs, J. |
---|---|
Thema | Motorisch leren |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 14 maart 2013 |
Editie | Physios - Jaargang 5 - editie 1 - Editie 1, 2013 |
Na het lezen van dit artikel:
• kent u de doelstelling en de inhoudelijke kenmerken van pain-motor-theorie;
• kent u op hoofdlijnen de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek naar de pain-motor-theorie;
• kent u de implicaties van de pain-motor-theorie voor de alledaagse fysiotherapeutische praktijk.
Er zitten geen programma's in het winkelmandje