Is blessurepreventie van enkel- en onderbeenletsels in de sport effectief?

Door op 06-12-2018
  • 00Inleiding
  • 01Preventie ondergewaardeerd
  • 02Sportblessures in Nederland
  • 03Effecten van preventieve maatregelen
  • 04Inlegzolen
  • 05Randvoorwaarden voor preventieve maatregelen
  • 06Slotbeschouwing
  • 07Reacties (0)

Samenvatting

Jaarlijks ontstaan in Nederland circa 4,5 miljoen sportblessures. Alle reden om preventieve tegenmaatregelen te treffen. Sporters blijken echter niet zomaar bereid om deze maatregelen toe te passen, zeker niet als het gaat om primaire preventie. Blessurepreventie vraagt om structurele gedragsveranderingen. Ook bij bewezen effectieve maatregelen blijken mensen niet of nauwelijks bereid om actie te ondernemen, tenzij de omgeving, zoals trainer of sportbond, dit afdwingt. De belangrijkste wetenschappelijk sterk onderbouwde preventieve maatregelen/materialen in de sport, toegespitst op enkel- en onderbeenblessures, zijn enkeltaping en ‑bracing, oefentherapie in de vorm van neuromusculaire training, scheenbeschermers en het programma FIFA 11+. Zeer waarschijnlijk effectief zijn warming-up, een stevige hielkap in de schoenen bij pronatievoeten en inlegzolen. Deze maatregelen worden derhalve sterk aanbevolen. Van rekoefeningen, cooling-down, schokdemping van sportschoenen en bepaalde trainingsvormen is de effectiviteit nog onvoldoende bewezen, doordat ze nooit adequaat zijn onderzocht of doordat het onderzoek tegenstrijdige resultaten heeft opgeleverd. Voor alle preventieve maatregelen geldt dat slechts effect wordt bereikt als de betrokkenen beschikken over voldoende gezondheidsvaardigheden en therapietrouw.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Backx, F.J.G.
Thema Hoofdartikel
Publicatie 6 december 2018
Editie Physios - Jaargang 10 - editie 4 - Editie 4, 2018

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • kunt u kanttekeningen plaatsen bij onderzoeksresultaten naar preventieve effecten van interventies;
  • begrijpt u dat er voor veel preventieve maatregelen geen evidence bestaat;
  • realiseert u zich dat iets wat niet bewezen (en beschreven) is, toch effectief kan zijn op individueel niveau;
  • weet u dat u geregeld nuttige preventieve adviezen moet blijven geven;
  • ziet u in dat sporters hun eigen blessurekans onderschatten;
  • beseft u dat zelfs bewezen effectieve maatregelen gericht op blessurepreventie (te) weinig worden toegepast.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje