Klinisch redeneren (denken) en klinische besluitvorming (doen) vinden in de fysiotherapie plaats binnen een biopsychosociaal gezondheidsmodel. Ideeën over de relaties tussen denken en doen kunnen inzicht geven in de stevigheid van klinisch handelen en helpen bij het opstellen van optimaal beleid. Voor een waarschijnlijkheidsdiagnose op het niveau van ziekte, zijn er verschillende denkstrategieën: verzamelen, inductief en deductief denken, en patroonherkenning. Om de functionele gevolgen en de context van een klacht in kaart brengen, is het mogelijk om associatief te werk te gaan, maar ook kennisgestuurd vanuit ICF-‘coresets’. Klinische predictieregels maken het mogelijk een directe koppeling te maken tussen klinische presentatie en effectief beleid. ‘Scheme-inductive reasoning’ heeft in de praktijk de grootste kans op diagnostisch succes. Binnen alle varianten is de kans op diagnostisch succes te vergroten door zicht te hebben op de gebruikte strategie en kennis te hebben van de bijbehorende valkuilen.
Auteurs |
Mutsaers, J.H.A.M.
Poppel, D. van |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Publicatie | 15 juni 2015 |
Editie | Physios - Jaargang 7 - editie 2 - Editie 2, 2015 |
Na het bestuderen van dit artikel:
Er zitten geen programma's in het winkelmandje