Scapuladiskinesie heeft een nauwe relatie met schouderpathologie zoals instabiliteitsproblematiek en impingement. Een juiste kinesie en controle van de scapula komt tot stand door complexe interactie tussen scapulohumerale, thoracohumerale en thoracoscapulaire spiergroepen. In deze interactie is een optimale timing en anticipatie op krachtsveranderingen van essentieel belang. Het voorschrijven van specifieke oefeningen is de belangrijkste interventie bij een afwijkende scapulafunctie. Oefenen op spierniveau is gebruikelijk, maar niet realistisch. In de fysiotherapeutische praktijk is het beter om te denken in bewegingsdoelen. Voor het verbeteren van de opwaartse rotatie van de scapula worden de meest relevante oefeningen beschreven wat betreft uitvoering, opbouw, variatie, achtergronden en de wetenschappelijke onderbouwing.
Voor de volledige literatuurlijst bij dit artikel, klik hier.
Thema | In de praktijk |
---|---|
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 21 december 2009 |
Editie | Physios - Jaargang 1 - editie 2 - Editie 2, 2009 |
Na het bestuderen van dit artikel:
• kent u de drie kerntaken van de scapula;
• kunt u de schouderspieren opdelen in een aantal functionele spiergroepen;
• kunt u de complexe interactie van deze functionele spiergroepen beschrijven;
• weet u zes algemene principes bij het oefenen van de scapulafunctie;
• kunt u beargumenteerd verschillende oefeningen toepassen bij een bewegingsstoornis van de scapula.
Er zitten geen programma's in het winkelmandje