Succesvolle training bestaat uit periodes van toenemende trainingsbelasting (overloadfase), afgewisseld met herstelfases van actieve rust. De herstelfase moet afgestemd worden op de overloadfase, anders begint de atleet de volgende overloadfase met een rest vermoeidheid. Hierdoor is er stagnatie of achteruitgang in prestatievermogen. De duur van de benodigde herstelperiode is bepalend voor de classificatie van overtraining. Er bestaat functionele en niet-functionele overreaching (FOR en NFOR). Bij FOR is de atleet binnen twee weken hersteld, terwijl dit bij NFOR enkele weken tot zes maanden vergt. Bij het overtrainingssyndroom (OTS) kan dat zelfs tot een jaar duren.
NFOR en OTS komen vaak voor bij topsporters, meer bij duursporters dan bij andere sporters. Behalve bloedlactaat en hartfrequentie na inspanning zijn er weinig methoden om overbelasting op te sporen. Psychomotorische testen lijken wel een goed alternatief. De fysiotherapeut kan het herstel versnellen met massage en hydrotherapie.
Auteurs | Keizer, H.A. |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Publicatie | 9 december 2015 |
Editie | Physios - Jaargang 7 - editie 4 - Editie 4, 2015 |
Na het bestuderen van dit artikel:
Er zitten geen programma's in het winkelmandje