Patiënten met chronisch hartfalen (CHF) vertonen een hoge graad van fysieke vermoeidheid en kortademigheid. Verminderd hartdebiet en daardoor inefficiënt functioneren van de perifere vaten verlaagt het zuurstoftransport naar de spieren en organen. Naast de medische aanpak is een voorzichtige (her)opbouw van de perifere functies van skelet- en ademhalingsspieren noodzakelijk. Aansluitend kan dit gevolgd worden door een individueel afgestemd trainingsprogramma dat vooral de submaximale inspanningscapaciteit van de patiënt tracht te verbeteren. Pas dan is het mogelijk om de patiënt met CHF een betere kwaliteit van leven te geven en weer te laten functioneren in het dagelijks leven met verminderde kortademigheid. Na een uitleg van de onderliggende fysiologie en pathofysiologie van hartfalen beschrijft dit artikel de randvoorwaarden van de fysieke training van een stabiele patiënt met chronisch hartfalen. Vervolgens geeft het een overzicht van welke middelen te gebruiken zijn om de patiënt te beoordelen voor, tijdens en na een revalidatieprogramma. Een volgend deel gaat in op het trainingsprogramma zelf.
Auteurs | Beckers, P.J.M. |
---|---|
Thema | Interventies |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 29 september 2020 |
Editie | Physios - Jaargang 12 - editie 3 - Editie 3, 2020 |
Na het lezen van dit artikel:
Er zitten geen programma's in het winkelmandje